Analyse van het document
Titel en Samenvatting:
Het voorstel betreft het "Beeldkwaliteitsplan De Boech-zuid Menaam, deelgebied 5". Het plan is verouderd en vereist aanpassing. De belangrijkste wijziging betreft de plaatsing van aan- en bijgebouwen, die nu op ruim 2 meter van de voorgevelrooilijn worden toegestaan in plaats van de voorgeschreven 3 meter. Dit is om het visuele effect te behouden zonder de plattegrond van de woning te verstoren. De raad wordt gevraagd het aangepaste plan vast te stellen, zodat de welstandscommissie een kader heeft voor toekomstige bouwplannen.
Volledigheid van het Voorstel:
Het voorstel is redelijk volledig. Het bevat een duidelijke probleemstelling, argumenten voor de wijziging, en een beschrijving van de juridische en financiële aspecten. Echter, meer gedetailleerde informatie over de participatie van belanghebbenden zou nuttig zijn.
Rol van de Raad:
De raad moet het aangepaste beeldkwaliteitsplan vaststellen. Dit geeft de welstandscommissie een kader voor de toetsing van bouwplannen.
Politieke Keuzes:
De raad moet beslissen of ze akkoord gaan met de afwijking van de oorspronkelijke 3-meterregel voor de plaatsing van aan- en bijgebouwen, en of ze de kosten voor de aanpassing van het plan willen dragen.
SMART en Inconsistenties:
Het voorstel is specifiek en meetbaar in termen van de aanpassing van de afstandsregel. Het is haalbaar en relevant, gezien de noodzaak om het plan te actualiseren. Er is echter geen specifieke tijdsgebondenheid aangegeven voor de implementatie. Er zijn geen duidelijke inconsistenties.
Besluit van de Raad:
De raad moet besluiten of ze het aangepaste beeldkwaliteitsplan willen vaststellen.
Participatie:
Er is geen melding gemaakt van reacties tijdens de terinzagelegging, wat kan duiden op een gebrek aan participatie of op algemene instemming. Meer informatie hierover zou nuttig zijn.
Duurzaamheid:
Duurzaamheid wordt niet expliciet genoemd als een relevant onderwerp in dit voorstel.
Financiële Gevolgen:
De kosten voor de aanpassing van het BKP zijn bescheiden en worden door de gemeente gedragen, gezien de veroudering van het bestaande plan en het algemeen belang van woningbouw. Er is geen specifieke dekking aangegeven, maar de kosten worden als redelijk beschouwd.